Selecteer de taal

Subsidiënt: Sebastiaan Grosscurt /Wageningen University
Subsidie: 212.61H 

Door de toenemende menselijke druk op de leefgebieden van carnivoren zijn gebieden met zowel wilde herbivores als vee essentieel geworden voor het voortbestaan van carnivoren. Bekend is hoe carnivoren hun gedrag en foerageergedrag aanpassen aan de dichtheden van wilde herbivoren en vee, maar het is nog onduidelijk hoe deze twee dichtheden de ruimtelijke verdeling van carnivoren – en dus de populatiebrede exploitatie-intensiteit – bepaalt. In dit onderzoek testte ik hoe de ruimtelijke verdeling van de dichtheden van de Afrikaanse leeuw (Panthera leo) afhangt van de prooidichtheid in een gebied met gemengd gebruik in Kenia en bracht een differentiatie aan tussen wilde herbivoren en vee. Ik voerde een afstandsafhankelijk transectonderzoek en bepaalde de dichtheden van prooidieren in een Density Surface Model. Ik combineerde deze dichtheden met leeuwenobservaties uit een ongestructureerd zoekprotocol in een Spatially Explicit Capture-Recapture framework. In tegenstelling tot de voorspelling heb ik geen significant ruimtelijk effect van prooidichtheden op de leeuwendichtheid waargenomen en toonde ik aan dat een model zonder prooivariabelen de leeuwendichtheid het beste weergaf. Deze studie test voor het eerst de ruimtelijke relatie tussen prooi- en leeuwendichtheden, met gebruik van robuuste dichtheidsschattingen. De afwezigheid van het verwachte effect kan te wijten zijn aan een samenvoeging van twee tegenstrijdige tijdsafhankelijke gedragingen, de onnauwkeurigheid rond de schattingen van de prooidichtheid of het relatief lage aantal aan leeuwenwaarnemingen.